“Ik ben een man met vrouwelijke chromosomen”

In 2005 werd Jan Siebelinks boek, Knielen op een bed violen, bekroond met de AKO Literatuurprijs. Met zijn nieuwe roman, Het lichaam van Clara, streeft hij er niet naar dat succes nog een keer te behalen. “Zo’n boek kun je nooit meer schrijven.”

Wat heeft de AKO Literatuurprijs met uw leven gedaan?
„Ik leid een heel ander leven, iedereen kent me ineens. Ik word vaak aangesproken; van Maastricht tot Groningen. Op een aardige manier hoor, dan wil iemand gewoon een hand geven en me bedanken voor wat ik gegeven heb. Ik ben er niet anders of hooghartig door geworden. Maar het is wel een heel aangenaam succes. Ik kan mooie schoenen kopen en rij in een Maserati.”

Had u tijdens het schrijven van Knielen op een bed violen al door dat het veel mensen zou gaan raken?
„Ik dacht dat maar een klein clubje mensen geïnteresseerd zou zijn in een boek over extreem denkende Christenen. Dat succes en de impact die het boek op mensen heeft, voelde ik zeker niet aankomen. Het belangrijkste voor mij is om een boek te schrijven dat nooit eerder geschreven is en dat dicht bij me staat. Waardering in de vorm van een prijs is leuk maar als de lezer de hoofdpersoon gelooft, heb ik al een overwinning behaald.”

Hoe voelt het om een hoofdpersoon te creëren?
„Een karakter vormen is heel bijzonder, daardoor voel je je een beetje als God. Je kunt iemand tot leven wekken met woorden. Door die woorden in de juiste volgorde te zetten blijft de lezer de bladzijden omslaan. Dat vind ik een magisch aspect van literatuur. Clara bestaat pas sinds het boek geschreven is en is geen vrouw die je zomaar kunt aanwijzen.”

Uw roman is van begin tot eind vanuit Clara’s perspectief geschreven. Hoe verplaatst u zich in een vrouw?
„Ik begrijp vrouwen en sta dicht bij de vrouw. Ik ben dan wel een man maar ik heb redelijk veel vrouwelijke chromosomen. Om dit boek te schrijven heb ik niet aan vrouwen in mijn omgeving hoeven vragen hoe zij bepaalde dingen beleven of doen, of brochures erop nageslagen. Ik voel vrouwen aan. Ik heb in mijn boek, De overkant van de rivier, ook een miskraam beschreven. Later kreeg ik daar reacties op van vrouwen die me lieten weten dat exact zo ervaren te hebben.”

Het hoofdpersonage is een vrouw die aan zelfmutilatie doet en dwangneuroses heeft. Heeft u daar zelf ervaring mee?
„Ik heb niemand in mijn omgeving die zichzelf snijdt om andere pijn weg te nemen, maar ik kan het wel begrijpen. Dwanghandelingen, daar kamp ik wel mee. Dan zit ik in de auto op weg naar een afspraak en keer ik ineens om omdat het niet goed voelt. Omdat ik bang ben dat op dat moment iemand inbreekt of mijn huis in brand staat en daardoor mijn twee honden omkomen. Dan bel ik mijn afspraak af en ga ik direct naar huis.”

En dan komt u thuis?
„En is er niets aan de hand. Maar er zit iets in mij dat zegt dat het lot zomaar een verkeerde wending kan nemen. Ik ben best een positief mens hoor met veel fantastische mensen om me heen, maar diep in mij zit een zekere somberheid, donkerheid. Ik heb angst om ziek te worden, te sterven, aangereden te worden. Dat zal je wel terugzien in mijn werk.”

Vandaar ook nu weer een sombere toon?
„Ik ben niet zo’n schrijver die per se wil dat een verhaal goed eindigt. Clara lijdt, de lezer moet wel in haar blijven geloven. Mensen vroegen me dat ook naar aanleiding van Knielen op een bed violen; Waarom de hoofdpersonages zich niet verzoend hebben op het sterfbed? Mensen sterven nou eenmaal eenzaam, dat gebeurt. En levens kunnen intens verdrietig zijn. Ik ga dingen niet mooier maken.”

Dit artikel werd gepubliceerd in de weekend bijlage van het AD, november 2010