De Fenix landt op Robodock

Met de verbranding van de Fenix komt er een einde aan de oude vorm van het industriële festival Robodock. Het FX orkest, dat bestaat uit vlammenwerpers en sirenes, maakt het spektakel compleet.

Foto’s: Bas Uterwijk

Robodock is in elf jaar tijd uitgegroeid tot één van de meest inventieve culturele festivals van de wereld. Toch staat er dit weekend een limited edition op de Amsterdamse NDSM-werf. Oprichter en artistiek directeur Maik ter Veer legt uit: „Het wordt een compacte editie, het beste te vergelijken met een special effects muziektheater-voorstelling. De festivalvorm Robodock in al haar grootsheid is niet meer mogelijk in Amsterdam. Dat heeft met ruimte te maken, de ruimte is ons gereedschap en die is er gewoon niet meer.”

Het festival ontstond als culturele zelfverdediging vanuit de Amsterdamse kraakbeweging. Het aantal bezoekers verdubbelde zich ieder jaar, er bouwden honderden mensen mee en het kreeg steeds meer internationale bekendheid. Maar de tijd dat Robodock vier dagen duurde en tot diep in de nacht doorging is tot Ter Veers grote spijt voorbij. „Dat is niet meer mogelijk. We hebben voor een nieuwe bescheiden vorm moeten kiezen met twee avondvullende shows.”

Het valt de organisatie niet mee om een geschikte industriële en duurzame plek in Amsterdam te vinden waar Robodock jaarlijks terug kan keren. „Telkens als we een nieuwe plek gevonden hebben wordt die locatie hip en rennen projectontwikkelaars achter ons aan. Ik heb genoeg van de regeldrift en vergunningzucht, het kost teveel tijd en moeite.”

“Telkens als we een nieuwe plek gevonden hebben wordt die locatie hip en rennen projectontwikkelaars achter ons aan”

Vandaar de compacte vorm en de Fenix als thema. „Er herrijst iets nieuws uit de as, hoewel ik nog niet weet wat dat gaat worden in de toekomst en of ik daarbij betrokken blijf”, vertelt de initiatiefnemer. Maar de Fenix fascineert hem. „Exact een eeuw geleden ging de Vuurvogel, een sprookjesballet van Stravinsky, in première in de Opera van Parijs. Nu, na honderd jaar zwerven, landt deze op Robodock om zichzelf daar na een eeuw weer te verbranden.”

Volgens de Christelijke mythologie is de Fenix geboren in de tuin van Eden. „Wij lokken hem naar Amsterdam door een indrukwekkende variant op deze tuin te creëren met veel rozen en een rivier.” Op de scheepshelling staat een nest van acht meter doorsnee. Gebouwd door verschillende kunstenaars; van vuurwerkspecialisten tot beeldhouwers. Ter Veer: „De Fenix gaat daar heel trots zitten pronken.”

Maar bezoekers kunnen ook helpen met het bouwen van het nest door persoonlijke offers in de vorm van teksten en bootjes aan de brandstapel toe te voegen. „Iedereen krijgt een papieren Fenix van origami waar je een boodschap in kunt schrijven. Het verhaal gaat dat de vogel in de Ganges op een lotusblad dreef en mensen hem offers kwamen brengen. Nu kunnen mensen zelf de bootjes offeren.”

Omdat de Fenix in mythologie en sprookjes als een zangvogel bekend staat, vormt muziek de rode draad. Er spelen talentvolle opkomende bandjes en vernieuwende, internationale dj’s. Dit alles in een ruige omgeving die vormgegeven wordt met industrieel restmateriaal. Ook kreeg de vuurvogel haar eigen orkest; FX Orchestra. Met instrumenten als vlammenwerpers, sirenes, windblazers en hissende pijpen wordt een speciale ‘complositie’ ten gehore gebracht. „De naam zegt het al, een compositie vol explosies. Er wordt als het ware om de vuurvogel heen gemusiceerd, een avond en dag durend ritueel dat naar een hoogtepunt toewerkt; het verbrandingsritueel.”

Componist Hans Leeuw heeft de muziek coördinerende rol van het orkest. „We hebben een samenwerkingsverband opgezet tussen een groep acteurs en vier orkesten waaronder twee vuurorkesten, uit Toulouse en Berlijn, een sireneorkest uit Parijs en de blazers van mijn Amsterdamse big band.” Helemaal nieuw voor componist Leeuw. „Ik heb nog nooit een ‘complositie’ gemaakt maar ik vind mijn big band geschikt omdat we beide kanten van het spectrum beheersen. We hebben ervaring met verschillende vormen van improvisatie en er spelen veel klassiek geschoolde muzikanten mee. Ik ben op bezoek geweest bij die andere bands omdat ik niet precies wist hoe hun instrumenten klonken. Het wordt een fantastisch kabaal met gasbranders, vlammenwerpers en een instrument dat het geluid maakt van een vliegtuigmotor.”

Leeuw wil een bijzondere ervaring opwekken maar hij vindt het ook belangrijk om een muzikale spanning in de voorstelling te krijgen. „De orkesten zijn spectaculair, het vuur ook, de geluiden zijn nieuw. Dat maakt het sowieso spannend maar ik wil het stuk ook muzikaal interessant maken. Mooie, rauwe en poëtische momenten moeten naast elkaar gaan bestaan.”

Dit artikel werd gepubliceerd in de culturele bijlage van het AD, september 2010